Gratis Interieur & Stylingtips
® International Academy for Interior Design/Instituut voor Binnenhuisarchitectuur/IVB
Teksten & Idee: © Hans Slim
Je zoekt inspirerende woontips?
Je wilt gewoon iets anders?
Het moet ook toepasbaar (en betaalbaar) zijn in jouw huis?
Vele direct toepasbare interior- & lifestyletips.
Klik op de tekst(en) en denk er eens over.............
Terug naar de Tips
EEN KORTE WOONWANDELING DOOR DE WOONTIJD
DEEL 1
HET BEGIN (HUTTEN, JACHT EN GROTTEN)
De evolutie van het wonen. Om in de allereerste tijd (prehistorie) te kunnen overleven dienden de mensen inventief te zijn en zich aan te passen aan allerlei omstandigheden.
Het klimaat gedurende de jaargetijden speelde daarin een belangrijke rol. De eerste bewoners maakten gebruik van beschikbare materialen zoals houten palen, bladeren, huiden en zelfs beenderen. Grotwoningen boden de noodzakelijke beschutting tegen het wild, concurrerende stammen en de weersgesteldheid.
We nemen je mee op de reis door vele eeuwen heen op zoek naar de onderwerpen WONEN en INTERIEUR. Zoals je al snel bemerkt is van het interieur vrijwel niets bewaard is gebleven, maar uit het exterieur kunt je je wellicht in gedachten een beeld van het interieur vormen. Grotten en hutten zijn de eerste woonomgevingen van de mens en alleen een aantal grotschilderingen zijn daarvan bewaard gebleven. Wat er in de hutten heeft gestaan kan alleen aan de hand van de schaarse vondsten en resten van aardewerk worden ingeschat.
Eén van de uitzonderingen is in Orkney waar een woning uit het stenen tijdperk vrijwel intact werd blootgelegd. Ongeveer rond de jaartelling (Romeinse tijd) kunnen we een blik in het interieur van een aantal woningen slaan. Er zijn enkele huizen (door de uitbarsting van vulkanen) goed bewaard gebleven incl. de wandschilderingen en het meubilair.
Verder kijken we hoe een hut kan worden gemaakt en we zien op welke wijze de kennis van vervlogen eeuwen weer teruggebracht is in Spanje waar een timmerman 'oud' aardewerk namaakt. En er is een veel informatie over plaggenhutten, je kunt er zelfs in overnachten in Nederland!
In de prehistorie zijn er slechts tijdelijke woonomgevingen en de interieurs zijn vrijwel niet meer te reconstrueren. Aan de hand van attributen, potscherven, delen van meubels en handwerktuigen zal een beeld moeten worden gevormd.
Gaan we verder in de tijd terug, dan komen we bij paalwoningen, houten constructies en allerlei variaties van woonomgevingen. De overblijfselen uit die interieurs zijn nihil.
Wonen kan in een hut of tent of gewoon in de open lucht met enige beschutting. Maar ook in grotwoningen waren veel woningen in het verre verleden om de bewoners te beschutten.
Tijdens de grote verandering van trekken en hutten bouwen naar een vaste woonplaats, ontwikkelden de mensen vele nieuwe vaardigheden, waaronder schrijven en taalvaardigheid. Ook de voedselvoorziening veranderde, jacht werd veeteelt en landbouw met de verbouwing van graan maakte een 'vaste' standplaats voor het eerst mogelijk.
Jagers en verzamelaars hielden zich op bij hun voedselketen. En dat was afhankelijk van het jaargetijde elke keer een andere plaats. Op een gegeven moment voltrok zich de grote verandering naar vaste vestiging. Ze maakten nog steeds lange tochten op zoek naar eten, maar er werd (midden steentijd) ook steeds meer voedsel in de buurt van de woonomgeving gevonden.
Boeren vulden de jagers op, zij hadden dieren getemd in plaats van op ze te jagen. Melk, vlees en huiden kwamen zo binnen handbereik. Wol van schapen en vlasvezel verschafte de mogelijkheid van kleden en kleding.
De boer met vee in een omheind erf.
Een hut gebouwd met aanwezige natuurlijke bouwstoffen.
Lineaire Bandkeramiek (LBK)
Van 5.000 v. Chr. is deze omheinde LBK nederzetting in Darion in België
Jacht en visserij zijn de voornaamste bezigheden. Kenmerk hierbij is de vaste verblijfplaats van de bewoners en het gebruik van aardewerk en landbouw.
De landbouw blijkt vanuit Zuid-Oost Europa opgerukt te zijn naar de Benelux, samen met de veranderde woon- en leefomstandigheden.
Het middendeel is het woon- en werkdeel. Ten Zuidoosten daarvan is meestal de opslagplaats ondergebracht en in het Noordwesten het slaapgedeelte plus nog opslag.
De wanden zijn van ingeleemd vlechtwerk. Als dakbedekking werd gekozen voor stro, riet, houten planken of plaggen.
De LBK cultuur wordt gekenmerkt door de bouw van zeer lange huizen (vierschepige). Ze staan vaak volgens Noordwest-Zuidoost opgesteld en zijn soms tot 40 meter lang en 8 meter diep. In het dal was er gras en water en op het plateau werden akkers aangelegd en huizen gebouwd. Ook in Nederland zijn deze LBK vestigingen terug te vinden (tussen Sittard en Stein).
Een dorp bleef ongeveer honderd jaar bestaan en ze bestonden uit ongeveer 5 - 7 huizen met ca. 50 inwoners. Een aantal dorpen bijelkaar vormden een dorpengroep.
Vlasvezel vormde een aantrekkelijke grondstof om draad te spinnen. In de LBK cultuur werd vlas gebruikt (er zijn enkelijke resten vlasdraad gevonden). Bovenstaand een eenvoudig weefgetouw voor het maken van stoffen.
Men denkt dat er ook wollen draden zijn gemaakt, zekerheid is er niet.
Trechterbekercultuur (jagen en vissen) in Nederland staat bekend om zijn aardewerk en vuursteen bijlen en dissels. Bovenstaand is een plattegrond afgebeeld van een tweeschepig woonhuis.
De indeling is in 4 - 5 ruimten verdeeld. Noordelijk was een grafkamer. De grootste ruimte was voor het woon- en werkdeel en daar bevond zich ook de stookplaats. In het zuidelijk deel was een soort voorvertrek met een ingang naar de centrale ruimte.
Afhankelijk van de locatie werden in de loop van de tijd (ca. 7.000 v. Chr.) steden gebouwd. Nog steeds waren de huizen voorzien van allerlei natuurlijk beschikbaar materiaal, maar de vorm van het huis veranderde. Gebakken klei maakte het mogelijk om nieuwe architectuur toe te passen. Ook het interieur onderging verandering, alhoewel hier weinig directe aanwijzingen van bewaard zijn gebleven.
Een grote stap in de tijd vooruit werden de eerste stenen huizen gebouwd (ca. 2.000 v. Chr.).
Europese Megalietenbouwers bouwden huizen op een bijzondere manier. De vorm veranderde en paste zich als het ware aan, aan de bouwmaterialen. Voor het eerst is er sprake van een 'venster'. Bovenin bevond zich een rookkanaal en opslagruimte, de woonomgeving was begane grond.
En de evolutie van de woningen gaat nog steeds onverminderd door. Met behulp van combinatie van allerlei bouwmaterialen (beton, steen, hout, metaal, kunststoffen) zijn de mogelijkheden nu vrijwel onbeperkt.
We nemen je verder mee op een rondreis terug in de tijd naar de prehistorie en naar Indonesië. Verder huttenbouw en een rondje steentijd met, hoe kan het anders, stenen overblijfselen en interieurs van één van de eerste vaste woningen.